Op 16 april 2024 is een motie aangenomen die het kabinet oproept om "met een nieuw plan te komen waarmee interlandelijke adoptie op zorgvuldige wijze wordt afgebouwd". Het is niet meer mogelijk om je aan te melden voor de verplichte voorlichtingscursus van FIOM en een Beginsteltoestemming te krijgen, als je nog geen BKA-nummer hebt. Aspirant Adoptieouders die al in procedure zijn, mogen voorlopig door. Aanmelden bij Wereldkinderen of een andere vergunninghouder kan alleen met een geldige Beginseltoestemming.

Wereldkinderen behandelt elke aanvraag gelijk.

Bij geschiktheid van stellen van gelijk geslacht of van de alleenstaande zijn dan ook de mogelijkheden in de landen zelf leidend. In het geval van Wereldkinderen betekent dit dat zowel voor een homoseksueel stel als voor een alleenstaande vrouw adopteren uit Zuid-Afrika een optie is.

Wereldkinderen heeft geen bemiddelingsmogelijkheden voor alleenaanvragers binnen het huwelijk of een andere relatie. Stellen die via Wereldkinderen willen adopteren, dienen getrouwd te zijn omdat wij het niet in het belang van het kind vinden dat (juridisch gezien) maar één van beiden het kind adopteert.

Op de landenpagina's kunt u de voorwaarden per land vinden. Of bekijk onze algemene uitgangspunten. 

De tarieven wisselen per land. Bekijk het overzicht.

Wereldkinderen werkt alleen met landen die het Haags Verdrag geratificeerd hebben, die dus een Centrale Autoriteit hebben aangesteld, verantwoordelijk voor adoptie. Als we vermoeden dat een adoptie niet volgens het Haags Verdrag verloopt, melden we dit aan de Centrale Autoriteit. De CA NL kan dan contact opnemen met de CA in het betreffende land. Mocht Wereldkinderen in dat land een partnerorganisatie hebben, dan nemen wij contact op met deze partnerorganisatie om onze vermoedens aan te geven en te bespreken dat we een melding doen bij onze CA. Zo nodig zet Wereldkinderen de procedures stop. Tot nader order of definitief.

In het verleden was het mogelijk voor aspirant adoptieouders met een Beginseltoestemming om zonder tussenkomst van een erkende Nederlandse organisatie een kind te adopteren uit het buitenland. De adoptieouders die op deze manier een kind hebben geadopteerd worden zelfdoeners genoemd. Sinds 1995 is bovenstaande niet langer mogelijk en is het verplicht om bij interlandelijke adoptie gebruik te maken van de bemiddeling van een vergunninghouder.

Stichting Wereldkinderen is soms gevraagd om te assisteren bij de afhandeling van bepaalde procedures in Nederland (een zogenaamde deelbemiddeling), zoals het aanvragen van een Machtiging Voorlopig Verblijf (MVV) bij de IND. Stichting Wereldkinderen was in deze gevallen niet betrokken bij de bemiddeling of procedures in het land van herkomst en heeft daarom ook geen dossiers van deze interlandelijke adopties.

In februari 2021 is de Centrale Autoriteit Internationale Kinderaangelegenheden naar aanleiding van de beleidsreactie op het rapport van commissie Joustra tijdelijk gestopt met het verstrekken van nieuwe Beginseltoestemmingen (BT’s). Alle aspirant adoptieouders die in het bezit waren van een BT mochten hun procedure voortzetten en, indien nodig, hun BT verlengen. Oftewel, bemiddeling bij interlandelijke adoptie naar Nederland is nooit stopgezet in 2021.

Interlandelijke adoptie wordt alleen overwogen als er voor kinderen geen betere oplossing is in hun eigen land. Deze afweging wordt gemaakt door het herkomstland en wordt omschreven als het subsidiariteitsbeginsel. Het is in het belang van het kind om een zo geschikt mogelijk permanent thuis te vinden. Stichting Wereldkinderen is van mening dat als opgroeien in een permanent gezin in eigen land niet mogelijk is, het voor een kind beter is om in een ander land in een gezin op te groeien dan in een tehuis te blijven. Dit wordt ook ondersteund door wetenschappelijk onderzoek.

Stichting Wereldkinderen bemiddelt alleen voor adopties van kinderen waarvan in het land van herkomst is bepaald dat ze voor interlandelijke adoptie in aanmerking komen. Dit betreft meestal kinderen waarvan de biologische ouders afstand hebben gedaan of die verlaten zijn verklaard. Soms gaat het om kinderen waarvan de Kinderbescherming in het land van herkomst heeft besloten dat ze niet bij hun biologische familie kunnen opgroeien.